
Wapens & vernuft
Oerlikon
Het Oerlikon 20 mm snelvuurkanon is een van de zeer weinige wapens die bij beide strijdende partijen in de Tweede Wereldoorlog in gebruik waren.
Oerlikon klinkt Duits, maar komt uit het altijd neutrale Zwitserland. Zowel de as-mogendheden als de geallieerden waren goede klant bij de wapenfabriek. Vooral het 20 mm snelvuurkanon vond gretig aftrek. Naarmate de oorlog vorderde, werd het snelvuurkanon steeds vaker in licentie vervaardigd. Zo werd het uiteindelijk tegelijkertijd geproduceerd in Duitsland, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Vreemd om te bedenken dat de vijanden elkaar bestookten met een en hetzelfde wapen.
De basis voor de Oerlikon ligt wel degelijk in Duitsland. Daar patenteerde de uitvinder en ondernemer Reinhold Becker al in de Eerste Wereldoorlog een verbeterde methode om patronen van een automatisch wapen door te laden. Op basis daarvan ontwikkelde hij een 20 mm snelvuurkanon. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog werd het Becker-kanon mondjesmaat gebruikt.
Het Verdrag van Versailles verbood evenwel de verdere productie van dit type wapen in Duitsland. Vandaar dat Becker zijn octrooien en ontwerpen in 1919 verkocht aan de firma Semag in Oerlikon, een wijk van het Zwitserse Zürich. Die onderneming ging in 1924 failliet, maar kreeg een doorstart: wapenfabriek Oerlikon was geboren. Die boorde met het wapen een waar gat in de markt aan. Vanwege het toenemende belang van vliegtuigen in de strijd was er ook steeds meer behoefte aan luchtafweer. Het Oerlikon snelvuurkanon, een werkelijk schitterend stukje techniek als je er even van afziet dat het om een dodelijk wapen gaat, werd in steeds grotere aantallen en variaties geproduceerd.
Licenties
In de jaren dertig verleende Oerlikon de eerste licenties aan Franse en Duitse bedrijven en aan de Japanse marine. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren jachtvliegtuigen als de Messerschmidt Bf 109 en de beruchte Mitsubishi Zero ermee uitgerust. Ook stonden Oerlikons op de meeste Duitse, Italiaanse en Japanse oorlogsschepen.
De Britten waren niet meteen overtuigd van de kwaliteiten, maar in 1939 bestelden ze 1500 Oerlikons in Zwitserland. Door de oorlogsomstandigheden werden er in juni 1940 maar 109 geleverd. Tegelijkertijd verstrekte Oerlikon ook de Britten een licentie. Het was nog een heel avontuur om de documenten en tekeningen van Zürich via het bezette Frankrijk naar Londen te smokkelen, maar eind 1940 begon ook daar de productie. Het slagschip Duke of York kreeg in november 1941 de eerste zes Britse Oerlikons. Tot 1945 werden er naar schatting 55 duizend gemaakt.
De Amerikaanse marine verving vanaf 1942 de Browning-machinegeweren op haar schepen door Oerlikons, veelal uitgerust met een verbeterd vizier. Ze produceerden bij Pontiac en andere autofabrieken al met al 120 duizend exemplaren. Die bleven in gebruik tot de slotfase van de oorlog in de Stille Oceaan, toen ze te zwak bleken tegen de Japanse kamikazeaanvallen.
Bij de vele voordelen van de Oerlikon hoort dat er gemakkelijker mee te werken is dan met een zwaar machinegeweer. Daarom konden ook zeelieden van de koopvaardij er na een paar trainingen mee overweg. In de regel werd een Oerlikon door vijf man bediend, maar in noodsituaties was één man voldoende. Ook was de Oerlikon zo licht (maar toch nog 770 kg) dat er meestal wel een plekje op een koopvaardijschip viel te vinden.
Foto: Oerlikon 20mm snelvuurkanon aan boord van de Britse kruiser HMS Hermione, 1941.
Foto Imperial War Museums
Naval Legends: Oerlikon.
Video World of Warships
De werking van de Oerlikon Mk2 1941.
Video YouTube-kanaal vbbsmyt (Rob Brassington)