Willem Slooten
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Willem Slooten, stuurman tweede klasse op de grote vaart, 38 jaar.
Op 10 mei 1940 lag hij met de Eemland in Buenos Aires zakken mais en oliekoeken te laden toen het bericht van de Duitse inval in Nederland binnenkwam. Het laden werd onmiddellijk gestaakt: die zou Nederland toch niet meer kunnen bereiken. Op de belendende Duitse schepen in de haven werd feest gevierd.
Op dat moment moet Willem Slooten (1902-1992) hebben beseft dat zijn dagboek een project van lange adem zou kunnen worden. Ruim vijf en een half jaar achtereen zou hij vrijwel dagelijks nauwgezet zijn belevenissen en overwegingen op papier zetten, zonder ook maar één onderbreking.
Al die tijd zou hij, buiten een enkele Rode Kruisbrief, verstoken blijven van contact met het thuisfront, in zijn geval vooral met zijn moeder. Het was een lot dat hij deelde met de meesten van de Nederlandse zeelieden. Vanwege de vaarplicht moesten ze blijven varen. Gedurende die lange jaren kwamen de zeevarenden voortdurend in aanraking met de oorlog in veel van zijn gruwelijke uitingsvormen. Misschien meer nog dan militairen, keken zeelieden de oorlog jarenlang recht in het gezicht.
Te zeggen dat Willem Slooten onbeschadigd uit de oorlog kwam zou onjuist zijn – dat overkwam bijna niemand van het koopvaardijpersoneel. Maar hij raakte nooit gewond, de schepen waarop hij voer werden nooit getorpedeerd, hij moest nooit ternauwernood ontkomen in een reddingsvlot, werd nooit getroffen door een brand of explosie. Maar al die rampen voltrokken zich wel in zijn onmiddellijke omgeving, voortdurend.
Willem Slooten heeft het allemaal bijgehouden. Nauwgezet, nuchter man als hij was, noteerde hij alles met vulpen in zijn gestaag groeiende stapel dagboeken. Ook de dagelijkse beslommeringen waarmee een zeeman te maken krijgt, of het oorlog is of niet. Maar die oorlog, die was er op de achtergrond altijd.
Pas in november 1945, een half jaar na de bevrijding, kon Willem Slooten weer voet op Nederlandse bodem zetten. Hij had toen een kwart miljoen woorden aan het papier toevertrouwd. ‘Hopelijk maken we nooit meer zoiets mee’, is zijn onderkoelde, laatste verzuchting op 18 november.
Na de oorlog bleef Willem Slooten doorvaren. Hij schopte het zelfs tot kapitein, trad in het huwelijk. Maar hij werd nooit meer de oude. Steeds onhandelbaarder werd hij voor zijn ondergeschikten en verwanten. De oorlog op zee bleef de rest van zijn leven zijn ongewenste metgezel.
Foto familiearchief