
Onder zee
Britse onderzeeërs voor Nederland
De Nederlandse Koninklijke Marine kreeg in de Tweede Wereldoorlog een aantal Britse onderzeeboten onder haar hoede.
Op het gebied van onderzeeboten was Nederland geen kleintje. De Nederlandse onderzeebootgeschiedenis begint al in 1904, toen de scheepswerf De Schelde in Vlissingen op eigen initiatief begon aan de bouw van een onderzeeboot naar Amerikaans ontwerp in de hoop dat de Koninklijke Marine er belangstelling voor zou hebben. Dat bleek inderdaad het geval en in december 1906 werd de Nederlandse Onderzeedienst opgericht. De Onderzeeboot 1, later O 1 genoemd, werd in bedrijf gesteld.
In 1940 had Nederland al een generatie aan onderzeeboten versleten en voeren er een twintigtal O-boten rond plus in Nederlands-Indië soortgelijk aantal K-boten (K van ‘koloniën’), alle naar Nederlands ontwerp. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog lagen de O 8, de O 11 en de O 12 voor reparatie op de werf in Den Helder en vielen in Duitse handen. De rest van de O-boten wist te ontkomen, meestal naar Engeland. Later zouden de K-boten op eenzelfde manier uitwijken naar de Australische haven Fremantle.
Dolfijn
De Nederlandse regering in ballingschap klopte bij de Britse regering aan om vervanging van de verloren gegane onderzeeboten. De Britten gaven aan het verzoek gehoor en zo werd op 8 oktober 1942 de Britse onderzeeër P 47 verkocht om verder te gaan als de Nederlandse onderzeeër Dolfijn. Overigens bleef ze varen onder Britse supervisie. De Middellandse Zee was haar voornaamste werkterrein.
Het idee was langs dezelfde weg een onderzeeboot Haai aan de Nederlandse vloot toe te voegen, maar door een tragisch incident ging dat niet door. De beoogde 33-koppige bemanning was afkomstig van drie verouderde K-boten, maar deze kwam onderweg van Australië naar Engeland op 29 oktober bijna volledig om door een Duitse torpedoaanval.
Zeehond
In juni 1943 werd de O 14 buiten bedrijf gesteld wegens onherstelbare mankementen. Als vervanging kreeg de Onderzeedienst in oktober van dat jaar de Britse onderzeeër Sturgeon in langdurige bruikleen. Die werd omgedoopt tot Zeehond en fungeerde voornamelijk als oefenboot op de Noordzee.
Op 23 november 1943 kocht Nederland van de Britten de Zwaardvisch, nagelnieuw van de werf. In oktober bracht deze, varend in Amerikaans verband, ten noorden van Java een Duitse U-boot tot zinken. Dat was een prestatie; gedurende de hele oorlog zijn maar veertien U-boten door geallieerde onderzeeboten tot zinken gebracht.
Vlak voor het einde van de oorlog, op 28 maart 1945, volgde op dezelfde manier de Tijgerhaai. Die deed nauwelijks dienst in de Tweede Wereldoorlog en zou later voornamelijk worden ingezet om wapensmokkel door Indonesische vrijheidsstrijders tegen te gaan.
- Bron: Peter Kimenai op TracesOfWar.
Foto: de commandotoren van de Dolfijn, die op 8 oktober 1942 bij de Nederlandse marine in gebruik kwam.
Foto armedconflicts.com