Woensdrecht

De Woensdrecht brak op weg naar Trinidad in tweeën en ging maar half ten onder.

De Woensdrecht was een olietanker van de Rotterdamse rederij Van Ommeren. Met 4700 ton waterverplaatsing en een lengte van 113 meter was het uit 1926 stammende schip gemiddeld te noemen. Het had al dieselaandrijving, maar voer niet sneller dan 11 knopen.

Op 12 september 1942 werd de Woensdrecht, leeg onderweg van Ghana naar Trinidad, getroffen door een torpedo. Twee dagen daarvoor had het schip ten noorden van Suriname een reddingboot aangetroffen met 35 overlevenden van een getorpedeerd Brits schip die al drie weken ronddreven. Nadat de drenkelingen waren opgenomen had de Woensdrecht ineens bijna twee keer zoveel opvarenden. De eigen bemanning bedroeg 38 koppen.

De torpedo trof de Woensdrecht aan stuurboordzijde, maar er was alleen beperkte schade. De U-boot U 515 werd vanaf de Woensdrecht beschoten, zonder resultaat. Een tweede torpedo volgde, waarbij een van de Britse drenkelingen omkwam. De kapitein gaf order het schip te verlaten in vier reddingsboeien. Daarna volgde een derde torpedo, die de Woensdrecht in twee stukken deed breken en het achterschip tot zinken bracht. Het voorschip bleef drijven. Het was een illustratie van het gegeven dat het praktisch onmogelijk is een lege tanker geheel naar de kelder te jagen.

De vier reddingboten werden opgemerkt door een Amerikaans patrouille vliegtuig en twee Amerikaanse marineschepen brachten de inzittenden heelhuids naar Port of Spain, Trinidad. Volgens de overlevering kregen de zeelieden een aangenaam verblijf van een maand in het Britse zeemanshuis.

De Britten en Amerikanen poogden de Woensdrecht nog te redden. Het achterschip werd gelicht en beide helften werden naar Port of Spain gesleept. Men hoopte ze te combineren en het resultaat als voorraadschip in te zetten, maar dat bleek toch te hoog gegrepen. Op 10 november 1942 werd de Woensdrecht als definitief verloren opgegeven.