Smalls Rock, vrijdag 16 februari 1945 16-02-1945
ON 285
Vrijdag 16 februari 1945 Bedekte lucht, wat motregen. Lopen ankerwacht want er loopt hier een sterke stroom. Heb de reddingsboten te water gehad. En ik heb de verlofboekjes bijgewerkt. Vanmiddag kwam er een marineofficier langs om ons te zeggen dat onze bestemming veranderd is: het is nu Halifax - Nova Scotia - geworden.
Oorlogsnieuws Een grote Amerikaanse vloot van vliegtuigschepen, slagschepen, kruisers en torpedojagers ligt op vijfduizend kilometer van Japan en bombardeert met vliegtuigen Tokio. De Russen hebben weer grote vooruitgang geboekt in de richting van Dresden. Duitsland wordt nog steeds zwaar gebombardeerd.
Zaterdag 17 februari 1945 Bedekte lucht, weinig of geen wind. Hield vandaag sloepenrol. Schiet al aardig op met mijn administratie, zoals verlofboekjes en -lijsten, ziekterapporten. In de twee dagen dat we hier rustig voor anker liggen heb ik een paar boerennachten gemaakt. Heb ook wat goed gewassen, me gebaad en verschoond en mijn papieren in een waterdicht zakje gepakt. Dus ben ik gereed voor de gevaarlijke reis. We vertrokken vanavond om elf uur van Barry Roads. Er zat bij het anker hieuwen een tros rond de ketting.
Zondag 18 februari 1945 We hadden voortdurend dikke mist. Waren om twaalf uur vanmiddag, toen het iets opklaarde en de mist in motregen overging, net voorbij de Smalls die we op het kanonschot dat daar elke vijf minuten wordt gegeven, hadden gerond. De Smalls is een rotseiland. Afgelegd tot twaalf uur vanmiddag honderdzes mijl vanaf Barry Roads. Kapitein van Vulpen, één van onze passagiers, was ook steeds op de brug. Hij is heel geïnteresseerd in navigatie en hij gaat binnenkort, ’s avonds, wacht meelopen met de derde stuurman.
Oorlogsnieuws Batan, het beroemde schiereiland bij Manilla, is in Amerikaanse handen. En Amerikaanse parachutisten zijn geland op het fort Corregidor, dat de toegang daar beheerst.
We zagen ten westen van de Smalls nog een leeg reddingsvlot in het water drijven.
In de middag kwamen we het Liverpooldeel van het konvooi tegen en onze groep voegde zich daarbij. Het konvooi is nog niet op orde omdat het af en toe mistig werd. Door de mist zijn beslist een aantal schepen het konvooi kwijt geraakt. Onze groep bleek uit maar vijftien schepen te bestaan met vier escortes. Er werden veel dieptebommen geworpen. Ik vertrouw het hier niets en ga maar gekleed slapen. De vaart van het konvooi is nu vijf mijl zodat we af en toe moeten stoppen omdat onze kritische vaart zo’n 7½ tot 8 mijl is: dat betekent dat de motor niet langzamer kan draaien dan die vaart. Overdag zigzagden we nog wel waardoor we het verschil konden compenseren maar ’s nachts gaat dat slecht.
We hebben nog vijf passagiers aan boord: kapitein Van Vulpen, eerste machinist Froling, tweede machinist Jorna, beide van de Rotterdamsche Lloyd, en twee extra Engelse radiotelegrafisten. Verder nog een zeventienjarige matrozenjongen, Prins, die pas uit Nederland kwam. Hij doet gewoon dienst omdat we geen matrozenjongen hebben gekregen.
Dit is konvooi ON 285 en de commodore is WLP Cox, R.D. op de tanker Comanchee, nummer 71. De vice commodore is de kapitein van de Kaimata, nummer 41, en de rear commodore is de kapitein van de Tetela, 101, die naar Halifax gaat. Er is een MAC-schip en een rescueschip. Wij van de Westland hebben nummer 34.
Vrijdag 16 Febr. ’45. Bedekte lucht, eenige motregen. Loopen ankerwacht; er loopt hier een sterke stroom. Heb de reddingsbooten te water gehad. Heb de verlofboekjes bijgehouden. Vanmiddag kwam er een Marine-officier ons berichten dat onze bestemming veranderd is: het is nu Halifax (Nova Scotia) geworden.
1623 --- Oorlogsnieuws: een groote Amerikaansche vloot van vliegtuigschepen, slagschepen, kruisers en torpedojagers ligt op 5000 kilometer van Japan en bombardeert met vliegtuigen Tokio! De Russen hebben weer groote voortgang gemaakt in de richting van Dresden. Duitschland wordt nog steeds vanuit de lucht zwaar gebombardeerd. ---
Zaterdag 17 Februari 1945. Bedekte lucht, weinig of geen wind. Hield vandaag sloepenrol. Schiet al aardig op met mijn administratie (verlofboekjes en -lijsten; ziekterapporten), gedurende de 2 dagen dat wij hier rustig voor anker liggen, en heb een paar “boerennachten” gemaakt. Heb meteen wat goed gewasschen, en me gebaad en verschoond; mijn papieren in een waterdicht zakje gepakt, dus ben gereed voor de gevaarlijke reis.
Vertrokken vanavond 23 uur van Barry Roads. Er zat bij ’t anker hieuwen een tros rond de ketting, en bij ’t uit zijn werk zetten van het spil viel het anker eerst nog, daar de bandstopper loswerkte.
Zondag 18 Feb. ’45. Hadden voortdurend dikke mist. Waren te 12 uur MD., toen het iets opklaarde, en de mist in motregen overging, juist voorbij de Smalls, die we op ’t 1624 kanonschot dat daar elke 5 ’ gegeven wordt, gerond hadden. De Smalls is een rotseiland. Afgelegd tot 12 uur MD. 106 mijl vanaf Barry Roads. [1]
--- Oorlogsnieuws: Batan, het beroemde schiereiland bij Manilla, is geheel in Amerikaansche handen. En Amerikaansche parachutisten zijn op ’t fort Corregedov(r???/FB) dat de toegang daar beheerscht, geland. ---
Wij zagen bewesten de Smalls nog een leeg reddingsvlot in het water drijven.
Des n.m. kwamen wij ’t Liverpool-gedeelte van het convooi tegen, en onze groep voegde zich daarbij, maar het convooi is nog vrij wanordelijk, daar het weer af en toe mistig werd.- Onze groep bleek uit slechts 15 schepen te bestaan met 4 escortes; door de mist zijn zeker verscheidene schepen het convooi kwijt geraakt.- Er werden veel dieptebommen geworpen, ik vertrouw het hier niets, en ga maar gekleed slapen.- De vaart van het convooi is nu 5 mijl, zoodat wij af en toe moeten stoppen, daar onze kritische vaart 7½ á 8 mijl is, d.w.z. dat de motor niet langzamer kan draaien dan die vaart; overdag zigzagden we nog wel, maar dat gaat ’s nachts slecht.
Wij hebben nog 5 passagiers aan boord: kapitein v. Vulpen (zie bl. 1621), 1e machinist H. Froling en 2e mach. G.C. Jorna, beide van de Rotterdamsche Lloyd, en 2 1625 extra Engelsche radiotelegrafisten. Verder nog een 17-jarige matrozenjongen, C.R. Prins, die pas uit Nederland kwam; hij doet echter dienst, daar wij geen matrozenjongen hebben gekregen.
- Dit is Convooi “No. O.N. 285”; de commodore is W.L.P. Cox, R.D., in de tanker “Comanchee” (71), de vice-commodore is de kapitein van de Kaimata (41), de rear-commodore is de kapitein van de “Tetela” (101) die naar Halifax gaat. Er is 1 MAC schip en 1 rescue-schip. Wij, de “Westland” zijn nr. 34.-
[1] Kapitein van Vulpen (passagier) was ook steeds op de brug, hij interesseert zich zeer voor de navigatie; hij gaat straks wacht meeloopen ’s avonds met de 3e stuurman, daar die alléén wacht loopt (ik heb de 4e bij mij, en de 2e heeft de leerling bij zich).-