
Op zee: koopvaardij
Ondina
De Ondina is het enige Nederlandse schip dat een vijandig marineschip wist te kelderen, onderzeeboten niet meegerekend. En dat terwijl het een koopvaardijschip was.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was de tanker Ondina een van de modernste Nederlandse zeeschepen. Op 1 augustus 1939 kwam ze in de vaart voor de Petroleum Maatschappij La Corona, een dochter van Shell. Met een lengte van 136 meter en een waterverplaatsing van 6341 ton zou je de tanker middelmatig groot kunnen noemen. Het schip had een zescilinder dieselmotor en voer 12 knopen, wat niet bijzonder snel is. De bemanning telde 56 koppen. Het was in alle opzichten een doodgewoon schip.
De maidentrip voerde van Amsterdam naar een aantal Amerikaanse havens en terug naar Engeland. Aangekomen in de VS, brak de Tweede Wereldoorlog uit. Voor de terugreis sloot de Ondina zich aan bij een konvooi dat uit het Canadese Halifax vertrok. Omdat Nederland toen nog neutraal was, leidde dat tot een diplomatiek incident met Nazi-Duitsland. Dat liep, toen nog, met een sisser af.
Na de Duitse inval werd de Ondina gevorderd door de Koninklijke Marine. Het schip kreeg een niet al te zware bewapening (een 102 mm kanon op het achterdek en enkele luchtafweermitrailleurs) en werd ingezet voor transport van olie en graan tussen de VS, Australië en een aantal Aziatische landen. De bemanning was hoofdzakelijk Chinees, maar de officieren waren Nederlands.
Kras staaltje
Op 11 november 1942 werd de Ondina, leeg onderweg van het Australische Fremantle naar Abadan in de Perzische Golf, onderschept door twee Japanse koopvaardijschepen die waren omgebouwd tot marineschip – zogeheten hulpkruisers of raiders. De twee schepen deden dienst als bevoorradingsschip voor de geduchte Japanse onderzeeërs en waren aanzienlijk zwaarder bewapend dan de Ondina. Niettemin opende de Ondina het vuur en wist een van de Japanse schepen, de Hokoku Maru, van acht kilometer afstand met drie granaatschoten tot zinken te brengen. Een buitengewoon kras staaltje voor een schip dat niet eens, zoals een volwaardig oorlogsschip, was voorzien van vuurleiding. 76 van de 354 bemanningsleden van de Hokoku Maru kwamen om.
De andere Japanse hulpkruiser, de Aikoku Maru, wist nu de Ondina op de brug te raken. Daarbij kwam de kapitein van de Ondina om. Vervolgens werd de Ondina met twee torpedo’s bestookt om haar tot zinken te brengen. Ze brachten aanzienlijke schade aan en de bemanning verliet het schip. De Aikoku Maru schoot met mitrailleurs op de reddingsboten, wat zelfs in de hevigste oorlog geldt als een wandaad van de eerste orde. Vier opvarenden van de Ondina kwamen daardoor om.
Aan de praat
De twee torpedo’s bleken niet voldoende om de Ondina te kelderen – een lege tanker tot zinken brengen is eigenlijk onbegonnen werk. De overgebleven bemanning van de reddingsboten, die inmiddels aan het lekken waren, wisten weer aan boord te klauteren van de zwaar beschadigde en kapseizende Ondina. Ze blusten branden, wisten het schip weer rechtop te krijgen door water in sommige ruimen te laten lopen, en kregen zelfs de dieselmotor weer aan de praat.
Op 17 november werd de gehavende Ondina ontdekt door een Australische vliegboot. De volgende dag liep de Ondina onder veel belangstelling de haven binnen van Fremantle.
De heroïsche strijd van de Ondina speelde enige tijd een rol in de geallieerde oorlogspropaganda en bracht de Japanners ertoe hun hulpkruisers van het strijdtoneel terug te trekken. De Ondina werd in Australië gerepareerd en voer verder voor de geallieerden. Na de oorlog werd ze, zonder bewapening, weer teruggegeven aan Petroleum Maatschappij La Corona. De Ondina bleef tot 1959 in de vaart. Ze werd in Hongkong gesloopt.
Foto: de geschutsbemanning van de tanker Ondina poseert in 1942, vermoedelijk in Fremantle.
Foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Plaquette
In 1947 werd een bijzondere onderscheiding in het leven geroepen met de merkwaardige naam ‘Koninklijke Vermelding bij Dagorder’. Deze kon alleen worden verleend aan onder Nederlandse vlag varende schepen van marine of koopvaardij voor dapper gedrag in de Tweede Wereldoorlog. Bij de onderscheiding hoorde een bronzen plaquette. Negen schepen werden op deze manier geëerd: zes koopvaarders en drie marineschepen. De eerste plaquette werd op 8 november 1948 door prins Bernhard uitgereikt aan de Ondina.