Christiaan Huygens

De Christiaan Huygens is het laatste schip dat Nederland aan de Tweede Wereldoorlog verloor. Op 26 augustus 1945, dus ruim drie maanden na de bevrijding, liep ze in de Westerschelde op een mijn.

De Christiaan Huygens was een fraai passagiersschip uit 1927 van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland uit Amsterdam. Bij de tewaterlating was ze het grootste en meest luxueuze schip ooit in Nederland gebouwd; ze werd wel de ‘Nederlandse Titanic’ genoemd. Het schip mat ruim 15 duizend ton en kon 638 passagiers herbergen. Het was een dieselschip met een bemanning van 230 koppen. Voor de oorlog deed de Christiaan Huygens dienst op een vaste lijn naar Batavia. In de Tweede Wereldoorlog werd ze, zoals de meeste grotere passagiersschepen, gevorderd en omgebouwd tot troepenschip voor 3178 soldaten.

Op 26 augustus 1945 was de Christiaan Huygens leeg onderweg van Antwerpen, waar ze voor een onderhoudsbeurt was, naar Londen via Rotterdam. In de monding van de Westerschelde liep ze op een geallieerde zeemijn. Zwaar beschadigd werd het schip naar een ondiep gedeelte (de Steenbank) gesleept. Eén opvarende kwam om, negen raakten gewond. Een poging de dagen erop het schip te bergen mislukte. Het brak in tweeën en werd op 6 september als verloren afgeschreven. Het wrak ligt 16 kilometer uit de kust bij Westkapelle op 15 meter diepte en is tegenwoordig een geliefd doelwit voor amateurduikers.