Spalding, vrijdag 27 september 1940 27-09-1940
Are you Willem Slooten?
Vrijdag 27 september 1940 Zo vertrok ik in mijn nieuwe blauwe pak en met mijn koffertje van boord. Met de bus naar de stad. Daarna vanaf de Corporation Pier met de raderboot de rivier de Humber overgestoken naar New Holland, waar de trein gereed stond naar Grimsby Town. Daar een uur gewacht om over te stappen op de trein die over Boston en veel andere plaatsen naar Spalding ging. In de trein zaten heel veel soldaten en matrozen. Je moest goed op de stations letten omdat alle plaatsnamen van de perrons waren weggehaald met het oog op een mogelijke invasie.
Na een lange reis van een uur of vijf kwam ik in Spalding aan. Marie had geschreven dat ze me van de trein zou halen. Ik stapte met nog een paar andere passagiers uit en zag daar twee meisjes staan wachten. Wie van de twee was Marie? Totdat ze naar me toe kwam en vroeg: Are you Willem Slooten? Dat was onze kennismaking. Ze had verwacht dat ik in uniform zou zijn.
De auto stond voor het station. We reden door het stadje, dat er heel aardig, typisch oud-Engels uitzag, naar huize Noordwijk aan de Cowbit Road. Ik werd heel hartelijk ontvangen. Tante Emmeline vroeg of ik ’s middags nog wat gegeten had en toen ze hoorde van niet maakte ze meteen wat toast met spiegeleieren en thee voor me. Intussen maakte ik kennis met oom Cor. Ik vroeg meteen of het goed was dat ik ze oom en tante noemde. Daarna bracht Marie me met de auto nog even naar het politiebureau waar ik me moest melden en mijn vergunning laten zien. Toen weer terug naar huis en daar de avond gezellig doorgebracht waarbij ik mijn avonturen vertelde en ik verder kennismaakte met Corrie, de jongste dochter. Ze was was verloofd met een zekere Jerry. Ook ontmoette oom Will, de ongetrouwde broer van tante Emmeline, die na de dood van zijn moeder, kort geleden, bij zijn zuster was komen inwonen. Hij werkt op de administratie van het goederenvervoer bij het spoor.
Later ontmoette ik de middelste dochter, Eileen. Ze was vorig jaar getrouwd met Dick, een heel aardige, kalme jonge man. Tante Immetje en Louw waren nog op hun bruiloft geweest. ’s Avonds om elf uur was het bedtijd. Ik had een mooie logeerkamer met aan de wand een foto van tante Immetjes huis in Grootschermer. Het is een mooi groot huis, maar niet modern. Er branden open haarden in de zit- en eetkamer. Boven zijn de slaapkamers en badkamers.
Zoo vertrok ik 27 Sept.’40 in mijn nieuwe blauwe pak en met mijn koffertje, van boord. Met de autobus naar de stad. Daarna vanaf de “Corporation Pier” met de raderboot de Humber-rivier overgestoken naar New Holland, waar de trein gereed stond naar Grimsby (Town). Aldaar een uur gewacht om over te stappen op de trein die over Boston en veel andere plaatsen, naar Spalding ging. In de trein zaten 37 zeer veel soldaten en matrozen. Je moest goed op de stations letten omdat alle plaatsnamen weggehaald waren van de perrons. [1]
Na een lange reis van ± 5 uren kwam ik dus te Spalding aan. Marie had geschreven dat ze mij van de trein zou halen. Ik stapte met nog eenige andere passagiers uit de trein en zag daar twee meisjes staan wachten. Welke was Marie? Totdat deze naar mij toe kwam en vroeg: “Are you Willem Slooten?” (Is U Willem Slooten?). Dat was dus de kennismaking. Zij had gedacht dat ik in uniform zou zijn.
De auto stond vóór het station te wachten. Zij ging achter het stuur zitten en ik ernaast. Door het stadje dat heel aardig was, en typisch oud-Engelsch, reden wij naar huize ”Noordwijk” aan de Cowbit Road, 45. Ik werd heel hartelijk ontvangen, tante vroeg of ik ’s middags nog wat gegeten had en toen zij hoorde van niet, maakte zij 38 dadelijk wat toast voor mij gereed (geroosterd brood) met spiegeleieren, met thee. Ik maakte kennis met oom Cor en tante Emmeline, ik vroeg meteen of het goed was dat ik ze “oom” en “tante” noemde. Daarna bracht Marie mij met de auto nog even naar het politiebureau, alwaar ik mij moest melden en mijn vergunning laten zien. Toen weer terug naar huis, en de avond gezellig doorgebracht, waarbij ik mijn avonturen vertelde, en ik verder kennis maakte met Corrie, de jongste dochter, die verloofd was met een Jerry; en met tante Immelines broer: oom Will, die ongetrouwd was en na de dood van zijn Moeder, kort geleden, bij zijn zuster kwam inwonen; hij was werkzaam aan het spoor bij de administratie van goederenvervoer.
En later 39 maakte ik kennis met de middelste dochter, Eileen, die getrouwd was vorig jaar met Dick, een heel aardige kalme man of jongen. [2] ’s Avonds elf uur werd het bed-tijd, ik had een mooie logeerkamer; een foto van tante Immetjes huis te Groot-Schermer hing daar aan de wand. Het was een mooi groot huis, maar niet nieuwerwetsch; er brandden open haarden in de zit- en eetkamer. Boven waren de slaapkamers en de badkamers.
[1] Dit was gedaan voor een mogelijke invasie.
[2] Tante Immetje en Louw waren toen nog op de bruiloft geweest.-