Hull, Alexandra Dock, zaterdag 21 september 1940 21-09-1940
Oom Cor in Spalding
Zaterdag 21 september 1940 Ik heb een Philips radiotoestel gekocht voor 11.11.0 pond, dat is 87,78 gulden. Omdat ik op reis graag het nieuws wil horen. Er was bijvoorbeeld een voor Holland bestemde uitzending vanuit Londen, in het Nederlands, van Radio Oranje. Heeft u daar nog naar geluisterd? Verder kocht ik een badge, schildje, van de Merchant Navy met MN er op. Dit geeft dezelfde voorrang als een uniform. En dan nog een heel stel speelkaarten om te patiencen, zoals we vroeger samen zo gezellig deden. Wat hadden we het ook goed samen. We zeiden toen wel eens: als we het maar niet te goed hebben. Maar als we elkaar straks gezond en wel terug mogen zien, dan beginnen we weer aan de opbouw van een nieuwe toekomst.
Jammer dat ik hier nieuw goed moest kopen omdat ik thuis nog van alles nieuw heb liggen. Hebben de Duitsers u niet die mooie, nieuwe dekens afgenomen? Scheurkogel heeft tegelijk met mij eenzelfde radiotoestel gekocht en de kleermaker heeft ze met zijn auto voor ons aan boord gebracht. Hij had er een mooie kap omheen genaaid tegen het stof. Ik had in Buenos Aires van de Maatschappij een helmhoed gekregen. Die hebben we nodig in Freetown, West-Afrika. We slikten daar ook kinine, tegen de malaria.
En nu ga ik u eerst eens vertellen hoe ik bij oom Cor Slooten in Spalding terecht ben gekomen. Ik kende de plaatsnaam Spalding van tante Immetje’s huis en ook wist ik dat oom Cor bloemkweker was. Met hulp van de kaart van Engeland en de boeken aan boord wist ik dat Spalding bij de Washbaai moest liggen. Ik dacht: laat ik eens schrijven naar oom dat ik in Hull ben en dat ik niet naar huis kan wegens de oorlog. Ook vroeg ik of ze soms wat gehoord hadden van tante Immetje en Louw, omdat ik zelf nog niets van huis had gehoord. En verder schreef ik dat tante Immetje en Louw met de Paasdagen op 27 maart 1940, net voor mijn vertrek naar zee, nog bij ons op bezoek waren geweest.
De brief stuurde ik op 16 september naar: C. Slooten, Esq. Florist, at Spalding, near Wash Bay. Twee dagen later kreeg ik al antwoord. Een heel aardige brief van oom zelf. De latere brieven werden allemaal geschreven door Marie, de oudste dochter. Hij had niets van tante Immetje gehoord, mijn vader die twee of drie jaar ouder was dan hij, herinnerde hij zich natuurlijk. Mij had hij nooit gezien maar tante Immetje had veel over ons verteld via haar brieven en als oom in Holland was. En u had hij in Noordwijk ontmoet. Tenslotte nodigde hij me uit om, als ik kon, een vakantie bij hen door te brengen. Omdat hij niet wist hoe ik er met Engels geld voor stond, sloot hij een biljet van een pond - 7,60 gulden - voor een spoorkaartje in. Erg aardig, hè?
Ik schreef terug dat ik graag zou komen. Daarna had ik nog een briefwisseling met Marie om een verlofpas te regelen zodat ik vanuit Hull naar Spalding kon reizen. Nadat ik een paar maal bij de politie en de emigratiedienst in Hull was langs geweest, kreeg ik die vergunning eindelijk en schreef ik dat ik op 27 september zou komen. Met het oog op de logeerpartij had ik een nieuw blauw pak, overhemd, zakdoeken, das, pyjama en sokken gekocht. Dat was nog een hele drukte, al dat passen van die kleren. Maar de beide broers kleermakers - Rapstone Brothers - waren erg aardig en behulpzaam. Een van hen heeft voor me uitgezocht hoe ik naar Spalding moest reizen.
Ook kocht ik 21 Sept. 1940 een Philips-radiotoestel [5] voor £ 11.11.0 (f. 87,78) omdat ik graag op de reis het nieuws wilde hooren. Er was bijvoorbeeld een uitzending vanuit London in het Nederlandsch, bestemd voor Holland, deze heette “Radio Oranje”. Heeft U daar nog naar geluisterd? Verder kocht ik een “badge” (schildje) van de Merchant Navy met “MN” er op, dit gaf dezelfde voorrang als uniform. En dan nog een heel stel speelkaarten om te patiencen zooals wij vroeger samen zoo gezellig deden. Wat hadden wij het ook goed zoo samen, wij zeiden toen wel eens: ”als wij het maar niet té goed hebben.” Maar als wij elkaar 33 straks gezond en wel terug mogen zien, beginnen wij weer aan een nieuwe toekomst op te bouwen!
Jammer dat ik hier nieuw goed moest koopen, terwijl ik thuis nog van alles nieuw heb liggen. Heeft U geen koude geleden van de winter en hebben de Duitschers U niet die mooie nieuwe dekens afgenomen? Scheurkogel heeft tegelijk met mij eenzelfde radiotoestel gekocht en de kleermaker heeft ze met zijn auto voor ons aan boord gebracht. [6] Een helmhoed had ik al vanuit B. Aires van de Mij omdat we die nodig hadden in Freetown, West Afrika; ook slikten wij te Freetown kinine, tegen de malaria.
En nu ga ik U eerst eens vertellen hoe ik bij oom Cor Slooten in Spalding geweest ben. Ik wist de plaatsnaam Spalding van tante Immetje’s huis, en ook wist ik dat hij 34 bloemkweeker was. Op de kaart van Engeland en met de boeken aan boord wist ik dat Spalding bij de Wash-baai moest liggen. Ik dacht nu: laat ik eens schrijven naar Oom dat ik in Hull ben en dat ik niet naar huis kan komen, en ik vroeg ook of zij soms wat gehoord hadden van tante Immetje en Louw, ik zelf had nog niets van huis gehoord. Verder schreef ik dat tante I. en Louw met de Paaschdagen, juist voor ik wegging naar zee, op 27 Maart ’40, nog bij ons geweest waren. Deze brief stuurde ik 16 Sept. ’40 weg naar: “C. Slooten, Esq. Florist, at Spalding (near Wash Bay)”. En twee dagen later kreeg ik al antwoord, een heel aardige brief van oom zelf (de latere brieven schreef Marie, de oudste dochter, allemaal); hij had niets van tante Immetje gehoord, mijn Vader herinnerde hij zich natuurlijk, die was 2 of 3 jaar ouder dan hij; 35 hij had mij nooit gezien maar tante I. had veel over ons verteld, als oom in Holland was en in tantes brieven; hij had U in Noordwijk gezien; en tenslotte noodigde hij mij uit om als ik kon, een vacantie bij hen door te brengen. Daar hij niet wist hoe ik er met Engelsch geld voorstond, sloot hij een biljet van 1 pound (f. 7,60) voor een spoorkaartje in. Erg aardig hè?
Ik schreef terug dat ik graag zou komen, en ik wisselde nog een brief met Marie om een verlofpas te kunnen krijgen om vanuit Hull naar Spalding te gaan. Nadat ik de politie en de emigratie te Hull eenige malen bezocht had, kreeg ik eindelijk die vergunning en schreef toen dat ik 27 Sept. zou komen. (Ik was van 23 t/m 26 Sept. op de “Merchant Navy Defence Course” geweest - deel I - waar ik een bewijs van 36 kreeg). Ik had met het oog op mijn logeeren een nieuw blauw burgerpak, overhemd, zakdoeken, das, pyama, sokken enz. gekocht omdat ik immers op de “Eemland” mijn oude kleeren had meegenomen. Dat was nog een heele drukte, al dat passen van die kleeren. Maar die beide broers kleermakers (Rapstone Brothers) waren erg aardig en behulpzaam. Een van hen heeft de reis voor me uitgezocht hoe ik naar Spalding moest komen.
[5] Philips-radiotoestel
[6] Ook heeft hij een mooie kap erom heen genaaid, voor het stof.