Kaap Race, Newfoundland, dinsdag 23 februari 1943 23-02-1943
New York - Liverpool
Dikke mist
Dinsdag 23 februari 1943 De afgelopen nacht hadden we weer dikke mist en werd er dus voortdurend geblazen. Het was een hels lawaai. Tijdens de mist moesten we ook nog tweemaal koers veranderen, om middernacht en een uur daarna. Beide keren gingen we 20° naar bakboord.
Later in de middag klaarde het eindelijk op en bleek dat de Salabangka van de Stoomvaart Maatschappij Nederland achter ons voer. Hij was nummer 144 geworden. Ik seinde de groeten aan de kapitein van onze kapitein en van mij. We hadden die kapitein op 4 februari nog gesproken in het gebouw van de Cunard Lijn toen we die dag scheepsverklaring deden.
Ons middagbestek, volgens radiopeilingen, bedroeg: 46° 22’ N., 52° 32’ W. bij Kaap Race. Het etmaal was 212 zeemijl.
Er was om vier uur vanmiddag nog een witgeschilderd vliegtuig in de buurt. Het leek me een Lockheed Hudson met zijn dubbele roer en twee motoren. We hadden ondanks het mooie weer al dagenlang geen vliegtuig gezien.
Op de hondenwacht hadden we ons witte heklicht en soms het rode zijlicht aan. Laat in de middag konden we voor het eerst in een paar dagen weer een zonshoogte nemen. Om vier uur die middag: bar. 1011,8 mb., lucht 0°, water: -0,5° C., wind west 3. De barometer ging vandaag wat op en neer. Er is vrijwel geen deining, het schip ligt zo rustig dat het hier op de Noord-Atlantic geen winterdag lijkt.
Oorlogsnieuws De Russen vorderen in de richting van Orjol en ten westen en noordwesten van Kharkov. Ze zijn 45 mijl ten oosten van Poltawa. Duitse aanvallen op een ander punt zijn afgeslagen. De bemanning van de Franse schepen Richelieu en Montcalm zijn in New York op het stadhuis ontvangen en geëerd. Het nieuwe slagschip Iowa van 45.000 ton is, zeven maanden eerder dan volgens schema, al in dienst genomen. We zagen het op 28 augustus vorig jaar in Brooklyn toen het net van stapel was gelopen. Het Achtste en het Eerste Britse Leger lijken contact met elkaar te hebben gemaakt in Noord-Afrika.
Vanavond kwam uit het zuiden de wind door. We voeren op de Eerste Wacht door een paar ijsvelden. Er werden vier zware dieptebommen gegooid, maar ik werd er niet wakker van. Ik heb vandaag mijn was in de hut droog gekregen en heb meteen wat kleren gerepareerd. Kapotte sokken neem ik mee naar Spalding.
Die invasievaartuigen die we aan dek hebben staan, zijn geladen tijdens die felle vorst te New York. Ze kwamen varend langszij. Het water dat er in stond was al snel bevroren. Nu zitten ze nog onder het ijs, dat maar heel langzaam smelt.
Er zijn veel tankers in ons konvooi, waarschijnlijk meer dan de helft van de ongeveer zestig schepen. Maar de bewaking is slecht deze keer: er zijn maar een paar escortevaartuigen.
Dinsdag 23 Februari 1943. De afgeloopen nacht weer dikke mist, dus voortdurend werd er geblazen; het was een helsch lawaai door elkaar, daar wij tijdens de mist ook nog tweemaal moesten koers veranderen, n.l. te middernacht en te 1 uur v.m., beide keeren gingen wij 20 ° naar bakboord.
Op de achtermiddag klaarde het eindelijk op; het bleek dat de “Salabangka” van Stoomvaart Maatschappij “Nederland” achter 846 ons voer, hij was nr. 144 geworden; ik seinde de groeten aan de kapitein van de kapitein en van mij (wij hadden die kapitein nl. gesproken op 4 Febr. in het gebouw der Cunard Lijn toen wij die dag scheepsverklaring deden).
Ons middagbestek volgens radiopeilingen bedroeg: 46° 22’ N., 52° 32’ W. (bij Kaap Race [1]); etmaal was 212 zeemijlen.
Er was te 16 uur nog een vliegtuig bij ons, witgeschilderd; ik bekeek het voor een “Lockheed Hudson” (zie bldz. 781-782), met zijn dubbel roer, en 2 motoren. Wij hadden dagen lang geen vliegtuig gezien, ondanks het mooie weer.-
Op de hondewacht hadden wij ons heklicht (wit) aan, en soms het roode zijdelicht; op de achtermiddag konden wij weer zonshoogte neemen na eenige dagen. Te 16 uur bar.: 1011,8 mb., lucht 0°; water: -0,5° C.; wind West 3. De barometer ging vandaag iets op en neer; er is vrijwel géén deining; het schip ligt al die tijd zoo rustig, dat het wel geen winterdag lijkt hier op de Noord Atlantic.
847 --- Oorlogsnieuws: De Russen vorderen in de richting van Orel, en West en Noordwest van Kharkov, ze zijn 45 mijl beOosten Poltawa. Duitsche aanvallen op een ander punt zijn afgeslagen.- De bemanningen der Fransche schepen “Richelieu” (slagschip; zie bldz. 835) en “Montcalm” (kruiser) zijn te New York op het stadhuis geëerd en ontvangen.- Het nieuwe 45.000 ton slagschip “Iowa” is al in dienst gesteld (zagen wij 28 Augustus vorig jaar te Brooklyn, bl. 563, juist van stapel geloopen), dit was 7 maanden vroeger dan volgens het schema. [2] Het 8e en het 1e Britsche Leger schijnen al contact met elkaar te hebben in Noord-Afrika. ---
Vanavond kwam de wind door uit het Zuiden; wij voeren op de Eerste Wacht door eenige ijsvelden; er werden 4 zware dieptebommen gegooid, doch ik werd er niet wakker van. Ik heb vandaag mijn wasch droog gekregen in de hut, en heb meteen wat 848 kleeren gerepareerd. Stukkende sokken neem ik mee naar Spalding.
Die invasie-vaartuigen die wij aan dek hebben staan zijn geladen tijdens die felle vorst te New York; ze kwamen varende langszij; het water dat er in stond was spoedig bevroren, en nu zitten ze nog onder het ijs, dat maar heel langzaam smelt.
Er zijn veel tankbooten in ons convooi, denkelijk meer dan de helft van de ± 60 schepen; maar de bewaking is slecht deze keer, slechts eenige escorte vaartuigen.-
[1] 29 mijlen OostZuidOost van Kaap Race.-
[2] Zie ook bldz. 850.