Birkenhead, maandag 26 mei 1941 26-05-1941
Hevige luchtaanval
Maandag 26 mei 1941 Marie en oom Will, zijn achternaam is Chambers, brachten me met de auto via de politie, om me af te melden, naar de trein. Mary maakte nog drie foto’s van me in de tuin. Ik kreeg een boek mee voor onderweg. Vertrek om vijf minuten voor half elf uit Spalding. Overstappen in Lincoln, Retford en Sheffield. Om kwart over drie ’s middags kwam ik in Manchester London Road aan en ging met een taxi naar Manchester Central. Onderweg kreeg ik nog een vluchtig beeld van grote puinhopen en afgebrokkelde muren. Om half vijf 's middags vertrek uit Manchester en, eindelijk, om 17.23 uur aankomst op Liverpool Central. In Sheffield had ik koffie en brood gekocht. Tussen Spalding en Lincoln ontmoette ik een legerofficier die net twaalf maanden in IJsland was geweest. En tussen Sheffield en Manchester sprak ik een paar Hollandse marinelui. Hun schip was door een aanvaring op de Humber gezonken en ze moesten nu naar Blackpool.
In Liverpool heb ik me eerst weer bij de politie gemeld en bij toeval sprak ik twee matrozen die me zeiden dat onze boot in Birkenhead in het droogdok lag. Dus ben ik met de ferry vanaf Pier Head overgestoken en zo terug naar boord. Daar hoorde ik dat ik op 7 mei net op tijd was vertrokken want die avond was er weer een luchtaanval geweest die net zo erg was als die ene zaterdag. Het regende weer bommen rondom, brandende deuren van de loods vlogen op de boot die daardoor deels in brand vloog. Het hele kabelgat en ruim I brandden uit en de sloepsproviand ging met de uien en al onze aardappelen in vlammen op. Ze vonden me allemaal dikker geworden in mijn gezicht.
Dinsdag 27 mei 1941 De Bismarck, Duitslands nieuwe en grootste slagschip, is door de Engelsen de grond in geboord. Op 25 mei had het schip de Hood vernietigd.
Maandag 26 mei 1941 brachten Marie en oom Will (Mr. Chambers heet hij van zijn achternaam) mij per auto naar de trein, via de politie om mij af te melden, Mary maakte nog drie foto's van mij in de tuin, en ik kreeg een leesboek mee voor de reis, 10.25 van Spalding. [1] Overstappen te Lincoln. (11.30-11.50), Retford (12.31-12.55), Sheffield (1.51-2.25), aankomst Manchester London Road te 3.15, met een taxi naar Manchester Central, verkreeg nog een vluchtige beeld van eenige groote puinhoopen en verbrokkelde muren; 4.30 vertrek. En eindelijk de 5.23 n.m. aankomst Liverpool Central. Te Sheffield koffie en brood genomen. Tusschen Spalding en Lincoln zat een 89 officier van t leger in de coupé’, die pas 12 maanden in IJsland was geweest. En tusschen Sheffield en Manchester sprak ik Hollandsche marinelui wier schip door een aanvaring op de Humber gezonken was; zij moesten nu naar Blackpool in gedeeltelijke Engelsche burgerkleeren.
Te Liverpool eerst naar de politie mij weer gemeld en sprak in de stad toevallig twee matrozen van wie ik hoorde dat de boot te Birkenhead in het droogdok lag, dus ik met de ferryboot overgestoken vanaf Pier Head, en zoo naar boord. Daar hoorde ik dat ik net bijtijds weg was gegaan 7 Mei, want die avond was er weer een airraid geweest net zoo erg als die Zaterdag, het regende weer bommen rondom; en de brandende deuren van de loods vlogen op de boot, die ook gedeeltelijk brandde, o.a. het geheele kabelgat en ruim I brandde uit, terwijl de sloepsproviand verbrandde met de uien, en al onze aardappelen. Ze vonden mij allemaal dikker geworden in mijn gezicht.
27 Mei 1941 werd de “Bismarck”, Duitschlands nieuwe grootste slagschip, door de Engelschen in de grond geboord; 25 Mei had hij de “Hood” vernietigd.-
[1] Ik werd uitgenoodigd vóór vertrek nog eens te komen, ik had maar te schrijven of te telegrafeeren en het was goed. Maar er was geen tijd meer.