Sydney, dinsdag 4 november 1941 04-11-1941
Indien de Mof is arm en kaal
Dinsdag 4 november 1941 Vandaag heb ik per postpakket een doos chocoladebonbons naar mevrouw Van Andel gezonden met hartelijke groeten en dank van De Visser en mij. Verder kreeg ik een brief van Marie die me, via Colombo en Calcutta, eindelijk in Sydney bereikte. Ik heb vandaag nog twee stel ondergoed gekocht en diverse toiletartikelen. Ik heb een nieuw uniform, mijn tropenpak en twee burgerpakken laten schoonmaken en persen. Bovendien mijn burgerpak dat ik 1934 in Buenos Aires had laten maken, wat laten uitleggen omdat het krap werd.
Zaterdag 8 november 1941 Vandaag jammer genoeg uit Sydney vertrokken. Over de range geweest en de kompassen gecompenseerd op de kompasboei. We hadden hier nog best wat willen blijven. Er zijn veel reparaties uitgevoerd in Sydney en we hebben geladen voor Engeland, Durban - onder andere 55 vliegtuigen en twintig hazewindhonden - en Capetown. Verder nog twee skids, dat zijn houten vaartuigen tegen magnetische mijnen, voor Fremantle. De lading bestaat uit ijzer, boter en stukgoederen. De degaussing was opnieuw nagezien en gerepareerd.
Vrijdagavond ben ik voor het laatst op de Hollandse Club geweest, een Hollands zeemanshuis in de Pittstreet. Ik hoop maar dat we hier volgend jaar weer terugkomen. Er hangt nu een spreuk in onze eetsalon, gekregen van de Nederlandse vice-consul in Sydney en gemaakt door Jacob Cats (1577-1660). De spreuk luidt als volgt:
Indien de Mof is arm en kaal, Soo spreekt hij seer bescheiden taal. Doch als hij komt tot grooten staat, Soo doet hij God en menschen kwaad.
En hier de Engelse vertaling ervan:
When the Hun is poor and down, he’s the humblest man in town. But once he climbs and holds the rod, he smites his fellowmen and God.
To smite betekent : slaan, kastijden.
Vader Cats had er al een goede kijk op, driehonderd jaar geleden.
Dinsdag 4 November 1941. Vandaag heb ik per postpaket een doos chocoladebonbons naar mevr. v. Andel gezonden met hartelijke groeten en dank van de Visser en mij. Verder kreeg ik een brief van Marie, die al in Colombo en Calcutta geweest was en mij eindelijk in Sydney bereikte! Ik heb vandaag nog 2 stel ondergoed gekocht en diverse toiletartikelen. Ik heb een nieuwe uniform, mijn tropenpak en twee burgerpakken laten schoonmaken en oppersen; bovendien mijn burgerpak dat ik 1934 te Buenos Aires had laten maken, wat laten uitleggen daar het krap werd.
Zaterdag 8 November 1941. Vandaag jammer genoeg uit Sydney vertrokken; en over 173 de “range” geweest en de kompassen gecompenseerd op de kompasboei. Wij hadden hier nog best wat willen blijven. Er zijn veel reparaties uitgevoerd te Sydney, en we hebben geladen voor Engeland, Durban (o.a. 55 vliegtuigen en 20 hazewindhonden) en Capetown. Verder nog twee skids (houten vaartuigen voor magnetische mijnen) voor Fremantle. De lading is ijzer, boter en stukgoederen. De deganssing was opnieuw gerepareerd en nagezien.-
Vrijdagavond ben ik voor het laatst op de Hollandsche Club geweest (een Hollandsch zeemanshuis in de Pitt-street). (Zie blz. 167/168). Ik hoop maar dat wij hier weer terugkomen volgend jaar. [1] Er hangt nu een spreuk in onze eetsalon aan boord, gekregen van de Nederlandsche vice-consul te Sydney, en gemaakt door Jacob Cats (1577-1660). De spreuk luidt als volgt:
(zie volgend schrift.).
Tweede schrift: 10 november 1941 tot 12 april 1942 (blz. 174-273.)
174 Indien de “Mof” is arm en kaal,
Soo spreekt hij seer bescheiden taal,
Doch als hij komt tot grooten staat,
Soo doet hij God en menschen kwaad.-
(Engelsche vertaling van versje hiernaast):
When the “hun” is poor and down,
He’s the humblest man in town;
But once he climbs and holds the rod,
he smites his fellowmen - and God.
To smite = slaan, kastijden.
Vader Cats had er al een goede kijk op, driehonderd jaar geleden!-
[1] Dit is niet gebeurd.-