Op zee: marine
Scharnhorst en Gneisenau
De Scharnhorst en de Gneisenau waren de meest gevreesde Duitse slagschepen, zeker in het begin van de Tweede Wereldoorlog.
De schepen werden eind 1938 opgeleverd en waren dus nagenoeg nieuw bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Door de geallieerden werden de Scharnhorst en haar zusterschip de Gneisenau wel wat schamper slagkruiser genoemd, maar de aanduiding slagschip is toch meer op zijn plaats. De 32 duizend ton wegende en 235 meter lange schepen hadden bijna 1700 man aan boord. Hun drie stoomturbines gaven ze een indrukwekkende topsnelheid van 31 knopen. Ze hadden meer dan zestig kanonnen aan boord. De negen stukken van de hoofdbatterij hadden een kaliber van 11 inch (28 cm), wat aan de lichte kant is voor de slagschepen van die tijd. De schepen bezaten zes torpedobuizen. De bepantsering was op sommige plaatsen 36 cm dik. Ze hadden drie verkenningsvliegtuigjes aan boord, die met een katapult konden worden afgeschoten.
In de beginperiode van de Tweede Wereldoorlog trokken de Scharnhorst en de Gneisenau, beide genoemd naar hoge Pruisische militairen uit het begin van de negentiende eeuw, samen op. Ze lagen al midden in de Atlantische Oceaan gereed om hun slag te slaan zodra de oorlog uitbrak. Op 23 november 1939 brachten ze nabij de Faeröer-eilanden de Britse handelskruiser (een versterkt koopvaardijschip) Rawalpindi binnen 40 minuten tot zinken. 238 mannen kwamen om, 37 werden gered door de Duitse schepen (het was nog in de min of meer eerzame fase van de strijd) en 11 werden opgepikt door andere Britse schepen.
Op 9 april 1940 wisten de schepen op één dag voor de kust van Noorwegen de Britse slagkruiser Renown en het vliegkampschip Glorious samen met wat begeleidende schepen naar de kelder te jagen. De Scharnhorst schoot van 24 kilometer afstand raak, een nooit overtroffen record. 1519 man kwamen om. Het was een van de grootste verliezen op één dag voor de Britse marine en er werd lang over nagepraat. Zelfs in 1999 werd er in het Lagerhuis nog over de ondergang van de Glorious gedebatteerd.
Scheidende wegen
Geruchtmakend was de brutale doortocht bij klaarlichte dag door het Kanaal van beide zusterschepen en nog een aantal andere Duitse schepen, begin 1942 (Operatie Cerberus). Daarna scheidden de wegen zich. De Scharnhorst wijdde zich aan de onderschepping van de arctische konvooien naar Moermansk en Archangelsk. In de Zeeslag bij de Noordkaap, Tweede Kerstdag 1943, dolf de Scharnhorst het onderspit tegen het Britse slagschip Duke of York. 1932 van de 1968 opvarenden kwamen om.
De Gneisenau lag begin 1942 in Kiel in een droogdok voor een onderhoud. Op 26 februari zou ze weer te water worden gelaten. Het munitiemagazijn was al gevuld. Op dat moment voerde de Britse RAF een geslaagd bombardement uit, waarbij juist dat munitiemagazijn werd geraakt. Er volgde een formidabele explosie, er vielen 112 doden. De daaropvolgende reparatie kwam bijna neer op het compleet herbouwen van de Gneisenau. Besloten werd het schip tegelijk zwaardere kanonnen te geven. Het herstel duurde zo lang dat deze nooit gereed kwam. Hitler gaf opdracht de Gneisenau als blokschip tot zinken te brengen in de haven van Gotenhafen (het tegenwoordige Gdynia in Polen). Daar heeft het wrak tot 1951 gelegen.
Foto Bundesarchiv
Wrak gevonden
In september 2000 wisten de BBC, de Noorse publieke omroep NRK en de Noorse marine met veel moeite het wrak van de Scharnhorst te lokaliseren. Het ligt ondersteboven op 290 meter diepte in de Barentszzee.