Halifax, Canada, maandag 6 juli 1942 06-07-1942
Halifax - Halifax
Schade boven de waterlijn
Maandag 6 juli 1942 Vandaag een bewogen dag. Vanochtend bootoefening gehouden, alle vier reddingsboten te water gehad. En om halftwee gingen we anker op, in konvooi. De commodore was weer dezelfde als bij de laatste uitreis, A.C. Strutt, op de Corales.
Het was aldoor al vochtig miezerig weer geweest, doch toen wij buiten waren, werd het dik van mist; onze mistboei werd er afgevaren. En om 15.50 uur, nadat we op het nippertje vrij waren gegaan van een ander schip dat ons bijna ramde, voeren wij met onze neus langzaam tegen het achterschip van een Amerikaanse tankboot op; beide schepen kregen schade boven de waterlijn. Wij hadden een gat boven bij de voorsteven, enige flinke deuken, en het stuurboordanker was helemaal verbogen, evenals de stuurboordkluis. Met veel zoeken in de mist zijn we naar Halifax teruggekeerd, we liepen gelukkig de loodsboot juist op de kop. En zo lagen wij dan ’s avonds weer ten anker, nu in de haven vóór de stad.
Dinsdag 7 juli 1942 Vandaag kwamen er allerlei autoriteiten naar de schade kijken: een naval engineer, Lloyds surveyor, iemand van het Ministry of War Transport, iemand van de werf en iemand van de under writers (verzekering). Vanmiddag ben ik met de kapitein de wal op geweest per bootje, eerst naar het agentschap (de Cunard Line), daarna naar een advocaat om 'protest' af te leggen, toen naar het Netherland Shipping Comittee.
Daar zag ik een gewezen kapitein, die in 1920 eerste officier op de Limburgia was, toen ik daar leerling was; hij woont hier nu. Hij is nog vijf jaar kapitein geweest op de kerkboten (VNS) (Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij uit Den Haag, 1920-1970; de schepen heetten Aagtekerk, Abbekerk, Almkerk etc.).
Halifax is een betrekkelijk kleine stad, niet erg aantrekkelijk, met een hoofdstraat waar alles zowat heen gaat; het is nu vol uniformen. Er liggen hier ongeveer twaalf schepen met schade, want met die mist hier gebeuren er veel aanvaringen, vooral als er konvooien uitgaan.
Maandag 6 Juli 1942. Vandaag een zeer bewogen dag. Vanochtend bootoefening 446 gehouden, alle 4 reddingsbooten te water gehad. En te half twee namiddag gingen wij anker op, in convooi, wij waren nr. 53. Als Commodore was weer dezelfde als de laatste uitreis, nl. A.C. Strutt, op de “Corales”.
Het was aldoor al vochtig miezerig weer geweest, doch toen wij buiten waren, werd het dik van mist; eerst werd onze mistboei er al afgevaren. En te 15u50min nadat wij op het nippertje vrij waren gegaan van een ander schip die ons bijna ramde, voeren wij met onze neus langzaam tegen het achterschip van een Amerikaansche tankboot op*; beide schepen, hij en wij, kregen schade boven de waterlijn. [1] Wij hadden een gat boven bij de voorsteven, eenige flinke deuken, en s.b. anker was heelemaal verbogen, evenals sb-kluis. Met veel zoeken in de mist zijn wij toen naar Halifax teruggekeerd, wij liepen gelukkig de 447 loodsboot juist op de kop. En zoo lagen wij dan ’s avonds ± 20u20min weer ten anker, nu in de haven vóór de stad.
Dinsdag 7 Juli 1942. Vandaag kwamen er allerlei autoriteiten naar de schade kijken: een “naval engineer”, Lloyds surveyor, iemand van het Ministry of War Transport, iemand van de werf en iemand van de “Under Writers” (verzekering). Vanmiddag ben ik met de kapitein de wal op geweest per bootje (waarvoor weer een pas noodig was), eerst naar het agentschap (de Cunard Line), daarna naar een advocaat voor “protest” af te leggen, toen naar het Nederlandsche Shipping Comite waar ik nog de gewezen kapitein Huyser zag [2] die indertijd in 1920 1e officier op de “Limburgia” was, toen ik 448 daar leerling was; hij woont hier nu. Hij is nog 5 jaren kapitein op de Kerkbooten (V.N.S.) geweest, daarna loods te Sjanghai; en nu hier. En toen naar de Hollandsche vice-consul, die een Engelschman was.
Halifax is een betrekkelijk kleine stad, niet erg aantrekkelijk, met 1 hoofdstraat waar alles zoowat heengaat; het is nu vol uniformen. Daarna weer naar boord terug. Er liggen hier totaal ongeveer 12 verschillende schepen met aanvaringschade, want met die heerschende mist hier gebeuren er veel aanvaringen, vooral als er convooien uitgaan.-
* Zie blz. 622.
[1] Zie bldz. 679.
[2] Zie bl. 1639, 1642, 1643, 1645.