Liverpool, Huskisson Dock, maandag 11 januari 1943 11-01-1943
Verslag van een zeeslag
Maandag 11 januari 1943 Vanochtend het schip verder zeeklaar gemaakt en we verstoomden om 12.20 uur naar het Sandon-halftijbekken, naar de Merseyrivier. Daar ankerden we om 15.40 uur. Er kwam zeven man marinepersoneel aan boord want we krijgen de vice-commodore aan boord.
Ik heb weer een brief naar Spalding geschreven om te vragen of ze de kranten van vandaag voor me willen bewaren omdat daar het belangrijke verhaal in stond van ons laatste konvooi, toen we werden aangevallen. Uit dit krantenbericht vernamen we heel wat nieuws: veel wisten we zelf nog niet. Hier een korte samenvatting uit de Daily Express:
Kop: Atlantische zeeslag duurt vier dagen en nachten. Groot konvooi slaat 35 aanvallen door U-bootbenden af. Een bommenwerper treft zeven duikboten, vijf waarschijnlijk gezonken.
Vandaag werd het verhaal verteld: het meest spannende van de Slag om de Atlantische Oceaan.
Succesvolle samenwerking tussen escortevaartuigen van de Britse, Poolse en Noorse marine en Britse, Amerikaanse en Canadese vliegtuigen verzekerden de aankomst van een belangrijk Atlantisch konvooi. Het konvooi ontsnapte niet zonder wat verliezen. In een serie van 35 gevechten gedurende vier dagen en nachten in begin december brachten de geallieerde strijdkrachten zeker twee U-boten tot zinken, beschadigden een aantal andere en verdreven de vijand tenslotte. Het plan van de vijand om één duikboot de aandacht van de escorteschepen te laten trekken terwijl anderen het konvooi naderden, was toen mislukt.
1e nacht: rond middernacht voerden twee of drie duikboten bij goed zicht de eerste aanval uit. De Noorse korvet Eglantine plaatste met zijn kanon een treffer op een U-boot die, zinkend of zwaar beschadigd, onderging. Andere U-boten werden verdreven. Later die nacht zette een torpedo een schip in brand. Bij de lichtende vlammen zag de Eglantine dichtbij een andere duikboot aan de oppervlakte en plaatste veel treffers. Toen zagen ze een tweede duikboot dichtbij opduiken en vuurden op deze tweede, die gedwongen werd te duiken. De Engelse jager Fame - Commander R. Heathcote DSO - en de Noorse korvet Rose vielen tezelfdertijd twee andere U-boten aan: één dook snel onder, de ander werd verdreven. Gedurende de rest van de nacht werden herhaaldelijk aanvallen uitgevoerd, die alle werden afgeslagen.
Eerste dag (dit zal dus 8 december geweest zijn): met de schemering kwamen twee Liberators - viermotorige bommenwerpers - van het Coastal Command - die dertien U-boten zagen en er elf aanvielen. Eerst met dieptebommen en toen die op waren, met kanon- en machinegeweervuur. Twee U-boten werden waarschijnlijk tot zinken brachten. De eerste U-boot werd in het eerste half uur ontdekt, zo'n elf mijl achter het konvooi. Het voer snel om de schepen in te halen en werd met dieptebommen vernietigd. Een korvet zag daarna de lijken drijven. Drie uur later weer twee U-boten gesignaleerd en daarna in snel tempo nog een hele serie. Alle duikboten werden aangevallen en moesten onderduiken. De tweede Liberator zag vijf U-boten en viel er vier aan. De Noorse korvet Potentilla viel een duikboot aan en zag daarna grote olievlekken op het water drijven.
Tweede nacht - van 8 op 9 december: geen gevechten.
Tweede dag: wegens slechter wordend weer was er een pauze in het gevecht.
Derde nacht - van 9 op 10 december: weer hevige aanvallen van de U-boten die probeerden om het beschermende cordon om het konvooi te doorbreken. Tegen middernacht zag de Poolse jager Burza een duikboot aan de oppervlakte, die zigzaggend probeerde te ontsnappen, maar toen de jager dichtbij kwam, snel onderdook en vervolgens met dieptebommen werd bestookt. Nadat de laatste dieptebomontploffing had plaatsgevonden werd een zware ontploffing onder water gehoord. De Britse korvet Vervain, de Rose en de Potentilla sloegen in de vroege morgen meerdere aanvallen af.
Derde dag: vliegtuigen van de Engelse luchtmacht en Amerikaanse marinevliegtuigen patrouilleerden rond het konvooi. In 3½ uur tijd voerden ze zes aanvallen op duikboten uit, die alle moesten duiken. Waarschijnlijk is er één gezonken omdat er daarna wrakstukken en twee lijken werden gezien.
Vierde nacht en vierde dag - 10/11 december: de aanvallen verminderden, werden alle afgeslagen, zonder verder verlies voor het konvooi.
Tot zover het krantenverslag.
Als je dit leest, is ons konvooi heel goed bewaakt geweest. Met voldoende escortevaartuigen en vliegtuigen kan een konvooi dus door de duikboten heen komen. Die lijken van de Duitse sluipmoordenaars in de Atlantische Oceaan kunnen daar beter ronddrijven dan die van ons. Zo’n krantenverslag geeft een betere kijk op wat we hebben meegemaakt.
Vannacht wordt de laatste boerennacht, want ik loop geen ankerwacht mee.
Maandag 11 Januari 1943. Vanochtend het schip verder zeeklaar gemaakt, en verstoomden te 12.20 naar het Sandon-halftijbassin, naar de Mersey-rivier, alwaar te 15.40 uur geankerd. Kregen 7 man marinepersoneel aan boord want wij krijgen de vice-commodore aan boord.
Ik heb wéér een brief naar Spalding geschreven, om te vragen of zij de kranten van vandaag willen bewaren voor mij, omdat daar het belangwekkende verhaal instond 756 van ons convooi van deze laatste New York-Liverpool reis, toen wij aangevallen zijn (zie hiervoor bldz. 713-725.) Uit dit krantenbericht hoorden wij heel wat nieuws, wat wij zelf nog niet wisten. Ik zal het hier verkort laten volgen (uit de “Daily Express”):
Opschrift: Atlantische zeeslag duurt 4 dagen en nachten. Groot convooi slaat 35 aanvallen door U-boot “benden” af. 1 bommenwerper treft 7 duikbooten; 5 waarschijnlijk gezonken.
Vandaag werd ’t verhaal verteld: het meest spannende van de “slag van de Atlantische Oceaan.”
“Succesvolle samenwerking tusschen escorte-vaartuigen der Britsche, Poolsche en Noorsche marine, en Britsche, Amerikaansche en Canadeesche vliegtuigen, verzekerden de aankomst van een belangrijk Atlantisch convooi. Het convooi ontsnapte niet zonder wat verliezen. In een serie van 35 gevechten, durende over 4 757 dagen en 4 nachten in begin December, zonken de geällieerde strijdkrachten 2 U-booten zeker, beschadigden een aantal andere, en verdreven tenslotte de vijand.” Het plan van de vijand was toen mislukt, om een duikboot ’t vuur der escorte-schepen te laten trekken, terwijl een ander het convooi naderde.
1e nacht: Ongeveer middernacht deden 2 of 3 duikbooten de eerste aanval bij goed zicht: de Noorsche korvet “Eglantine” [1] plaatste met zijn kanon een treffer op een U-boot, die zinkend of zwaar beschadigd onderging; andere U-booten werden verdreven. Later die nacht zette een torpedo een schip in brand (bl. 715); bij de lichtende vlammen zag de “Eglantine” een andere duikboot dichtbij aan de oppervlakte vooruit, en plaatste vele treffers; toen zagen zij een 2e duikboot opduiken dichtbij en vuurden op deze 2e, die gedwongen werd te duiken. De Engelsche jager “Fame” (Commander R. Heathcote D.S.O.) en de 758 Noorsche korvet “Rose” (zie ook bl. 1154) vielen tenzelfdertijd 2 andere U-booten aan, 1 dook snel, de ander werd verdreven. Gedurende de rest van de nacht herhaalde onophoudelijke aanvallen, die alle werden afgeslagen.
1e dag (dit zal dus 8 December geweest zijn): met de schemering kwamen 2 “Liberators” (4-motorige bommenwerpers) van “Coastal Command” (vgl. bldz. 717) die 13 U-booten zagen, er 11 aanvielen (eerst met dieptebommen, en toen die op waren, met kanon- en machinegeweer-vuur) en waarschijnlijk 2 tot zinken brachten; de eerste U-boot werd ’t eerste half uur ontdekt, ± 11 mijl achter het convooi, snel varende om de schepen in te halen; deze werd met dieptebommen vernietigd; een korvet werd geseind om dit te constateeren, en deze zag de lijken drijven. Drie uren later weer 2 U-booten [2]; daarna weer 1; 20 ’ later weer 1; 30 ’ later de zesde; 50 ’ later nr. 7 en 25 ’ later nr. 8; al deze werden aangevallen, en moesten onderduiken. De andere “Liberator” zag 5 U-booten en viel er 4 aan (1e Liberator was onder 759 squadron- leider Terrence McBulloch; de 2e onder squadron-leader D.J. Insted; Bulloch was ± 16 uren in de lucht geweest achter elkander). De Noorsche korvet “Potentilla” viel 1 der 2 duikbooten aan gezien gedurende de patrouilletocht der Liberators, en zag daarna groote olieplekken.
2e Nacht (8-9 Dec.): geen gevecht.
2e dag (9 Dec.): wegens slechter wordend weer een pauze in ’t gevecht. [Noot van mij: het op 9 Dec. des ochtends getorpedeerde schip is dus niet in ’t communiqué vermeld!].[vgl. bldz. 719].
3e nacht (9-10 Dec.): weer hevige aanvallen der U-booten om het beschermende cordon te doorbreken; tegen middernacht zag de Poolsche jager “Burza” een U-boot aan de oppervlakte, die zigzaggende probeerde te ontsnappen, doch toen de jager dichtbij was, snel onderdook, en met dieptebommen bestookt werd; verscheidene 760 minuten nadat de laatste dieptebom-ontploffing gehoord was, werd een verdere zware onderwaterontploffing gehoord. De Britsche korvet “Vervain”, en de “Rose” en de “Potentilla” sloegen meer aanvallen af in de vroege morgen.
3e dag (10 Dec.): vliegtuigen der Engelsche Luchtmacht, en V.S.-marinevliegtuigen patrouilleerden rond het convooi; in 3½ uur tijd deden zij 6 aanvallen op duikbooten, die alle moesten duiken, en 1 was waarschijnlijk gezonken, daar wrakstukken en 2 lijken daarna werden gezien.
4e nacht en 4e dag (10/11 Dec.): de aanvallen der U-booten verminderden, en alle werden afgeslagen, zonder verlies voor het convooi .
Tot zoover het krantenverslag.-
Als je dit leest, is ons convooi wonder goed bewaakt geweest; met voldoende escorte-vaartuigen en vliegtuigen kàn een convooi dus door de duikbooten heen komen!- Die 761 lijken der Duitsche sluipmoordenaars der duikbooten kunnen beter ronddrijven in de Atlantische Oceaan dan onze!- Zoo’n krantenverslag geeft een betere kijk op wat wij meegemaakt hebben, dan wat je zelf er van merkt of weet, als je er in zit.-
Vannacht wordt de laatste “boerennacht”, want ik loop geen ankerwacht mee.
[1] Zie ook bldz. 1154.
[2] Waarvan 1 getroffen werd.