Liverpool, Huskisson Dock, dinsdag 12 januari 1943 12-01-1943
Liverpool - New York
We zijn vice-commore
Dinsdag 12 januari 1943 Vanochtend kwam de vice-commodore aan boord. We stelden het kompas met hulp van een aan boord gekomen compensator. Om 12.20 vertrokken we, als nummer 91, achter de commodore met nummer 71 op de tanker Ancylus. Het was eerst heel nevelig met zuidoostenwind, maar om drie uur ’s middags draaide de wind tot west en werd het zicht helder zodat we de lange rij schepen achter ons duidelijk konden zien.
Vandaag las ik in de News Chronicle, die door de kompassteller was meegebracht, het volgende artikel over onze laatste konvooireis.
Kop: U-boten nog dodelijk.
Vier dagen en nachten sloegen de escortevaartuigen de vastberaden pogingen van U-bootgroepen om een Atlantisch konvooi te vernietigen, af. Het is een verhaal dat ook een waarschuwing inhoudt. De zo lang durende worsteling onthulde de lage snelheid van het konvooi of de snelheid van de U-boten. In 35 U-bootaanvallen brachten onze zee- en luchtescortes maar twee U-boten tot zinken, wat de indruk wekt dat we nog ver hebben te gaan voor vijandelijke onderzeeërs sneller tot zinken kunnen worden gebracht dan ze worden gebouwd. Met andere woorden: de U-bootcampagne is nog steeds een dodelijke bedreiging.
Tot zover de krant. En zo gaan we maar weer naar New York, hopend dat we er weer goed doorkomen. Nu maar bijtijds slapen want de boerennachten zijn voorlopig voorbij. Om kwart voor middernacht komen ze me weer porren.
President Roosevelt vroeg voor het belastingjaar dat op 1 juli in ging een budget van 25.000.000.000 pond sterling t.b.v. een maximaal programma van oorlogsvoering. Het op 30 juni geëindigde belastingjaar heeft 19.000.000.000 aan oorlogsvoering gekost. De huidige kosten van de Engelse oorlogsvoering zijn veel lager en worden geschat op slechts £ 4.500.000.000 per jaar.
Dinsdag 12 Januari 1943. Vanochtend kwam de Vice-Commodore aan boord. We stelden het kompas (er was een compensator aan boord gekomen). Te 12.20 vertrokken wij, als nr. 91, achter de Commodore die nr. 71 was (een tankboot, de “Ancylus”). Het was eerst zeer nevelig, met ZO-wind, doch te 3 uur n.m. draaide de wind tot West, en werd het helder zicht, zoodat wij de lange rij schepen achter ons duidelijk konden zien, want je gaat in 1 rij naar buiten. [1]
Vandaag las ik in de krant die de kompassteller had meegebracht (de “News 762 Chronicle”) het volgende artikel over onze afgeloopen convooireis:
Opschrift: U-booten nog doodelijk.
Gedurende 4 dagen en 4 nachten sloegen de escorte-vaartuigen de vastberaden pogingen van U-boot groepen af om een Atlantisch convooi te vernietigen. Het is een verhaal dat ook een waarschuwing inhoudt. Een worsteling die zoo lang duurde, onthulde de geringe snelheid van het convooi of de snelheid der U-booten. In 35 U-boot aanvallen konden onze zee- en luchtescortes slechts met zekerheid 2 U-booten doen zinken, hetgeen het idee geeft dat we nog ver hebben te gaan alvorens vijandelijke onderzeeërs sneller tot zinken kunnen worden gebracht dan zij gebouwd worden. Met andere woorden, de U-boot-campagne is nog een doodelijke bedreiging!-
Tot zoover de krant. En zoo gaan wij maar weer naar New York, hopende dat wij er wéér goed doorkomen. 763 Nu maar bijtijds slapen, want de “boerennachten” zijn voorloopig voorbij, om kwart voor middernacht komen zij me weer porren.
--- President Roosevelt vroeg voor het belastingjaar ingaande 1 Juli een budget van 25.000.000.000. pond sterling [2], voor een “maximum-programma van oorlogsvoering”; ’t 30 Juni eindigende belastingjaar heeft 19.000.000.000. gekost aan oorlogsvoering. De huidige kosten der Engelsche oorlogsvoering zijn veel kleiner, en worden geschat op “slechts” £ 4.500.000.000 jaarlijks.---
[1] Wij zagen een vliegtuigdekschip op de rivier ten anker liggen; dit was een omgebouwd gewoon schip, maar het had een groot vliegdek.-
[2] Dat is 100-duizend millioen dollars!-