Hull, maandag 30 september 1940 30-09-1940
Terug naar boord
Maandag 30 september 1940 Dit was alweer de dag van vertrek. De tijd was omgevlogen, ze hadden me nog wel langer willen houden. Die ochtend ben ik met oom samen nog met de auto naar een stuk land van hem geweest dat wat verder weg lag. We hebben het ploegen bekeken en een stapel tarwe, waar morgen een machine voor zou komen. Ik besprak met hem of hij mijn geld in bewaring wilde nemen: ik had honderdtien pond over. Thuis belde hij zijn bank erover op en we spraken af dat ik het in Liverpool, eenmaal afgemonsterd van de Eemland, op zijn naam op de bank zou storten. Verder sprak ik mijn vrees uit over mijn geld in Holland, maar oom dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen. Toen kwam het moment van afscheid en ik bedankte ze beiden hartelijk. Tante had broodjes klaargemaakt voor onderweg. Dat deed me weer aan u denken, moeder. En daarna brachten Marie en oom Will me met de auto naar het station.
De treinreis naar Hull terug verliep zoals op de heenweg. Ik had onderweg zo nu en dan wat aanspraak en een man gaf me wat appels. In Hull terug meldde ik me eerst weer bij de politie en emigratie. Om ongeveer half vijf ’s middags was ik weer op de Eemland, waar het lossen van de lading bijna klaar was, terug. Met meneer Nadort was al eerder afgesproken dat ik Van den Berkhof zou aflossen als tweede op de Salland. Bruinvis, zoon van kapitein Bruinvis en leerling op de Salland, zou dan vierde worden op de Eemland.
Ik was druk bezig de afmonsteringen op te maken tot en met eind september. Op vrijdag 4 oktober haalde ik met kapitein Braun samen het geld op om de hele bemanning uit te betalen. Daarbij gingen we meteen met de agent van Massey & Sons naar politie, emigratie, veldpolitie en zeemansbond om mijn reis naar Liverpool te regelen. ’s Avonds betaalde ik samen met de kapitein al het geld uit. Kapitein Braun gaat naar de Montferland in Liverpool en voor hem komt kapitein Swart van de Montferland dan op de Eemland. De Montferland werd later trouwens getorpedeerd. Op de Eemland werden intussen grote reparaties uitgevoerd, onder andere aan het dek. Verder werd de blackout hier goed in orde gemaakt. Daar was in Buenos Aires al het een en ander aan gedaan zoals de plaatsing van houten schotten voor buitendeuren, het aanbrengen van deurschakelaars - die bij het openen van een deur het licht uitschakelen - en het dichtplakken van alle poorten en vensters.
Maandag 30 Sept. ’40 was al weer de dag van vertrekken, de tijd was omgevlogen, zij hadden mij nog wel langer willen houden. Dien ochtend ben ik met Oom samen nog met de auto (hij stuurde zelf) naar een stuk land van hem geweest dat verder weg lag, naar het ploegen kijken en naar een stapel tarwe, waarvoor morgen de machine zou komen. Ik sprak hem toen ook er over of hij mijn geld wilde bewaren, ik had 110 pound over. Thuisgekomen belde hij zijn Bank erover op (National Provincial Bank) en wij spraken af dat ik het te Liverpool als ik van de “Eemland” afgemonsterd was, 45 op zijn naam op de Bank zou storten. Verder zei ik hem nog dat ik bang was voor mijn geld in Holland, maar hij dacht dat het niet zoo erg zou zijn. Toen kwam het afscheid en bedankte ik ze recht hartelijk. Tante had broodjes klaargemaakt om in de trein op te eten. Dat deed mij weer aan U denken, Moe. En daarna brachten Marie en oom Will mij met de auto naar het station.
De treinreis naar Hull terug ging op dezelfde wijze als heen; ik had nog een paar malen aanspraak in de trein, en een man die naar Grimsby moest gaf me wat appels. In Hull terug meldde ik mij eerst weer bij de politie en emigratie. Ongeveer half vijf was ik weer op de “Eemland” terug die bijna gereed was met het lossen der lading. Met mijnheer Nadort was al eerder afgesproken dat ik v.d. Berkhof zou aflossen als 2e op de “Salland”; die zou 1e worden op de “Amstelland” die te Falmouth in het dok lag 46 voor reparatie, na de torpedeering (blz. 3). Scheurkogel, de 3e, werd dan 2e, terwijl Stegman van de “Amstelland” 3e zou worden en marconist. Bruinvis, zoon van kapitein Bruinvis, die leerling op de “Salland” was, zou dan 4e worden op de “Eemland”, hij kreeg zijn voorlopige 3e rang-diploma op zijn vaartijd en eindexamen zeevaartschool.
Ik was nu druk bezig de afmonsteringen op te maken tot/met eind September, haalde Vrijdag 4 October met de kapitein Braun samen het geld voor uit te betalen voor de geheele bemanning, waarbij we meteen met de agent (W. Massey & Sons) naar de politie, emigratie, veldpolitie en zeemansbond gingen om mijn reis naar Liverpool te regelen. ’s Avonds betaalde ik samen met de kapitein al het geld uit. Kapitein Braun zelf zou naar de “Montferland” [1] gaan te Liverpool, waar ik hem later nog gesproken heb. Kapitein d. Swart van de "Montferland" zou dan op de "Eemland" komen. Men was op de "Eemland" bezig met diverse groote reparaties, o.a. aan het dek. Verder werd de 'blackout', wat de verlichting betreft, hier goed in orde gemaakt (te B. Aires was ditook al zooveel mogelijk gedaan: b.v houten schotten voor diverse buitendeuren, het aanbrengen van deurschakelaars zoodat als je de deur opende, dat dan het licht uitging.) (beplakken van alle poorten en vensters).