Liverpool, Huskisson Dock, donderdag 4 juni 1942 04-06-1942
De commodorevlag in top
Donderdag 4 juni 1942 Vanochtend allerlei drukte met lading, kistjes goud, honden enzovoorts. Vanmiddag een Rode Kruisbrief voor u wezen wegbrengen, een afscheidsbrief naar Spalding gepost, naar de dokter van de Shipping om me voor de tweede keer te laten inenten en nog wat geld op mijn spaarbankboekje gebracht. Vanavond zijn we verstoomd naar het halftijbassin. Om elf uur vanavond gaan slapen, want morgen is het vroeg opstaan.
Wat is het al lang geleden dat ik wat van u gehoord heb. Voor het laatst in november 1941, dus ruim een half jaar terug. Wat verlang ik toch naar u. Misschien dat er hier de volgende keer een brief van u ligt als antwoord op mijn Rode Kruisbrief van april, want van de brieven over Lissabon hoor je niets meer. Oom Cor had ook geen bericht gehad op zijn brief naar tante Immetje. Die had hij vorig jaar mei geschreven.
De derde machinist is hier vorige week met een Engelse getrouwd.
Er is in Engeland geen wittebrood meer, alleen bruinbrood, het zogenaamde national loaf. Maar tante bakte zelf wittebrood omdat ze nog een zak witmeel had.
De kruiser Trinidad is verloren gegaan.
Vrijdag 5 juni 1942 Vanochtend om halfvijf vertrokken we van de kant, gingen achterwaarts de sluis door en stoomden de rivier op. Eerst werden de kompassen gecompenseerd en daarna lagen we voor anker op de Mersey. Om 13.15 uur hield ik sloepenrol. Er kwamen wat mensen om de radiotoestellen van het schip te controleren. En om 15.30 uur kwam de commodore aan boord: de Hon. A.C. Strutt met de rest van zijn staf. Een deel ervan was gisteren al gekomen. Hij had als staf een chief yeoman of signals - onderofficier-seiner - vier signalmen en twee telegraphists. De seiners zijn konvooiseiners: ze zouden op een oorlogsschip geen dienst kunnen doen. De twee extra telegrafisten zijn mee omdat we maar één scheepsmarconist hebben en er nu 24 uur per dag geluisterd moet worden. Ze luisteren ook naar Rugby voor duikbootrapporten, routewijzigingen en bestemmingsveranderingen van schepen. Op het vice-commodoreschip zijn ook twee seiners.
De commodore zelf heeft de rang van commodore 2nd class, te zien aan zijn gouden, zeer brede band. We zijn anker op gegaan met de commodorevlag in de voortop - een standaard X: gespleten witte vlag met blauw staand kruis - en verder ons naamsein - een viervlagsein IMU - en ons nummersein 41 op. We voeren voorop en de andere schepen achter ons aan. Eerst vreemd om zelf de boel te leiden in plaats van naar de commodoreboot te kijken. Bij Bar Vuurschip de loods ontscheept.
Zaterdag 6 juni 1942 Vanochtend op de hondenwacht - de Engelsen noemen dit middle watch en de platvoetwacht noemen ze dog watch - stoomden we in twee kolommen verder. We waren de voorste van de rechtse kolom. Om 2 uur 30 bij Mull of Galloway moesten we koers veranderen volgens de routevoorschriften; we moesten 27 graden bakboord uit, de koers werd 335 graden rechtwijzend. Rood-groen-rood opgestoken en toen we dit uitdraaiden, tegelijkertijd twee korte stoten op de stoomfluit gevend, gingen we bakboord uit. De anderen veranderden vervolgens ook koers.
Tot bij de Clyde bestond het escorte uit een gewapende trawler. ’s Middags, toen we uit het North Channel voeren was het koud mistig weer. De Milford en Clyde schepen waren er al bij gekomen en nu met die mistvlagen kwamen de Aultbea-schepen er bij en nog twee extra tankschepen - British Freedom en British Glory - die van Oban kwamen en voor Trinidad bestemd zijn. We kregen hier ook ons oceaanescorte bestaande uit een torpedojager (de Viscount) en vijf korvetten. Op de achtermiddagwacht werd het konvooi opgevormd in zeven kolommen: totaal twintig schepen. Meer naar buiten op de Atlantische Oceaan, benoorden de Ierse kust langs, was de mist opgeklaard. We zagen o.a. Inishtrahull eiland, Malin Head en Tory eiland. ’s Avonds op de eerste wacht, ten noordwesten van Ierland, werd er tweemaal een dieptebom gegooid.
O ja, nog vertellen dat toen we de Mersey afstoomden, we het nieuwe slagschip King George V in het droogdok zagen liggen voor reparatie. Het verhaal gaat dat bij mistig weer de langzaam stomende KG 5 een destroyer van achteren ramde waardoor alle dieptebommen daarvan te water raakten, ontploften en het hele voorschip van het slagschip vernielden.
Donderdag 4 Juni 1942. Vandaag meteen al weer in de drukke bezigheden, na mijn prettig verlof! Vanochtend allerlei drukte met lading, kistjes goud, honden enz. Vanmiddag een Roode Kruisbrief voor U wezen wegbrengen, een afscheidsbrief naar Spalding gepost, naar dokter Shipping Comite mij voor de 2e keer laten inenten (zie bldz 358) en nog wat geld op mijn spaarbankboekje gebracht.
Vanavond 21u - 2210 zijn wij verstoomd naar het halftij bassin. Om 23u gaan slapen want morgen is het vroeg opstaan!-
Wat al lang geleden dat ik wat van U gehoord heb, het laatst van November 1941, dus ruim een half jaar terug! Wat ben ik toch verlangend naar U! Misschien dat er nu een 377 volgende keer hier een brief van U ligt, als antwoord op mijn Roode Kruisbrief van 1 April ’42, want de brieven via Cook (over Lissabon) hoor je niets meer van; Oom Cor had ook geen bericht gehad op zijn brief via Cook naar tante Immetje, die hij vorig jaar Mei geschreven had.
De 3e machinist van Donk is vorige week hier met een Engelsche getrouwd.
Er is in Engeland geen wittebrood meer, alleen bruinbrood (o.a. het z.g. “national loaf”), maar tante bakte zelf wittebrood, daar ze nog een zak wittemeel had.
De kruiser “Trinidad” is verloren gegaan.-
Vrijdag 5 Juni 1942. [1] Vanochtend half 5 vertrokken wij van de kant, gingen achterwaarts de sluis door, en stoomden de rivier op. Eerst werden de kompassen 378 gecompenseerd [2] door de “compass-adjuster” die vanochtend aan boord gekomen was, en daarna kwamen wij ten anker op de Mersey. Te 13u15 hield ik sloepenrol. Er kwamen eenige menschen om de radiotoestellen van het schip te probeeren. En te 15u30 kwam de Commodore, the Hon. A.C. Strutt, [3] aan boord met de rest van zijn staf, een gedeelte was gisteren al gekomen. Hij had bij zich: 1 Chief Yeoman of Signals (onderofficier-seiner), 4 signalmen, [4] (nl. 1c/Leading sign., 2c/sign., 1c/ordinary sign.); 1 chief petty officer telegraphist; 2 telegraphists.
De commodore zelf had de rang van “Commodore 2nd class”, te zien aan zijn gouden zeer breede band.
Te 3u zijn wij ankerop gegaan met de Commodore-vlag in de voortop (een standaard 379 X: gespleten witte vlag met blauw staand kruis), ons naamsein (4-vlagsein PIMU) en ons nummersein 41, op. Wij voeren voorop, en de andere schepen achter ons aan. Eerst vreemd om zelf de boel te leiden inplaats van naar de Commodore-boot te kijken. Bij Bar-Vuurschip de loods ontscheept.-
Zaterdag 6 Juni 1942. Vanochtend op de hondewacht (de Engelschen noemen dit Middle-Watch; de Platvoet-wacht noemen zij dog watch) [5] stoomden wij in 2 kolommen verder, wij waren de voorste van de rechtsche kolom. [6] Te 2.u30 bij Mull of Galloway moesten wij koers veranderen volgens ’t bepaalde in de route-voorschriften, wij moesten 27° bakboord uit, de koers werd 335° rechtwijzend. Toen rood-groen-rood [7] opgestoken (volgt tekening/ zie bladzijde 379 uit schrift), en toen wij dit uitdraaiden, tegelijkertijd 2 korte stooten op de stoomfluit gevend, gingen wij 380 bakboord uit, de anderen achtereenvolgens ook koers veranderend.
Het escorte tot bij de Clyde bestond uit 1 gewapende trawler. Des namiddags uit het North Channel gaande, was het koud mistig weer; de Milford en Clyde schepen waren er al bij gekomen, en nu met die mistvlagen kwamen de Aultbea-schepen er bij, en nog 2 extra-tankschepen. (“British Freedom” en “British Glory”) die van Oban kwamen, naar Trinidad via Boston bestemd. Wij kregen hier ook ons oceaan-escorte, bestaande uit 1 torpedojager (de “Viscount”) en 5 corvets. Op de achtermiddagwacht werd het convooi opgevormd in 7 kolommen, totaal 20 schepen.- [8] Meer naar buiten in de Atlantsiche Oceaan, beNoorden de Iersche kust langs, was de mist opgeklaard; wij 381 zagen o.a. Inishtrahull eiland, Malin Head, en Tory eiland.- Des avonds op de eerste Wacht, beNoord-Westen van Ierland, werd er 2 maal een dieptebom gegooid.-
O ja, nog vertellen dat toen wij de Mersey afstoomden, wij het nieuwe slagschip “King George the Fifth” in het droogdok zagen liggen, voor reparatie. Het verhaal gaat, dat bij mistig weder de langzaam stoomdende “K.G.5” een destroyer van achteren ramde, waardoor alle dieptebommen van die destroyer te water raakten, ontploften, en het geheele voorschip van het slagschip vernielden.-
De seiners die wij mee hebben, zijn convooi-seiners, ze zouden op een oorlogschip geen dienst kunnen doen; de 2 extra-telegrafisten zijn mee omdat wij maar 1 scheepsmarconist hebben, en er moet nu 24u geluisterd worden per dag, dus loopen ze 4u op en 8u af; o.a. ook naar Rugby luisteren voor duikbootrapporten, 382 routewijzigingen, bestemmingsveranderingen van schepen, enz.- Op het vice-commodoreschip zijn ook 2 seiners (1 leading signalman en 1 signalman).-
De 4e stuurman A. Rijke is niet mee, hij wordt 3e op de “Zaanland”, terwijl de 4e van de “Zaanland” Laddé, hier jongste 3e is geworden (A. Bogert was immers 3e hier, is nu oudste 3e dus).
Ik had nog een boek over beladen gekocht: “Stowage” van Captain R.E. Thomas, (36 shilling = fl. 13,68), en een boek over de Engelsche Marine (“The Royal Navy today”) (1/3 = f. 0,48).-
[1] Ik had vandaag aardig last van de inenting van gisteren (zie bldz. 356); doch de kapitein die ook gisteren ingeënt was, was er werkelijk ziek van; mijn arm bleef nog eenige dagen gevoelig.-
[2] Zie bldz. 472.
[3] Zie bldz. 410.
[4] Zie bldz. 412.
[5] 0-4: middle watch; 4-8 morning -“- (nickname graveyard watch); 8-12: forenoon -“- ; 12-16: afternoon -“-; 16-18: 1st dog “; 18-20: 2nd dog -“-; 20-24: 1st -“- (or night watch)
[6] Volgens door de Commodore ontvangen seinen, passeeren wij ’s nachts een thuisvarend convooi, 10 mijl bewesten ons; wij zagen het echter niet.-
[7] Zie bldz. 387.
[8] Later werden de convooien grooter (b.v. bldz. 494).