Amstelland

De Amstelland herstelde van een torpedoaanval maar werd opnieuw bestookt. Ze zonk ten zuidwesten van Ierland. De kapitein overleefde het niet.

De Amstelland was de grootste vrachtboot van de Koninklijke Hollandse Lloyd, de rederij waarvoor ook Willem Slooten voer. Ze werd op 1 juli 1940, in konvooi onderweg van Southampton naar Dakar, midden op de dag getorpedeerd door de U-boot U 65. Een matroos sloeg overboord, maar het ruim 8000 ton zware stoomschip uit 1920 bleef drijven. Een Britse marinesleepboot bracht het zwaar beschadigde en stuurloze schip naar de haven van Falmouth, waar het gerepareerd kon worden.

Na de reparatie sloot de Amstelland zich leeg aan bij een konvooi naar Buenos Aires. Dat konvooi werd op 26 februari ten zuidwesten van Ierland belaagd door de beruchte Focke-Wulf bommenwerpers. Die wisten dertien schepen te raken. De Amstelland kreeg twee voltreffers.

Het schip maakte water en begon te kapseizen, maar de bemanning onder de 51-jarige kapitein Cornelis Rietbergen hield het hoofd koel en bleef aan boord. De motoren werkten nog, dus het water kon worden weggepompt. Dat hielden de 46 bemanningsleden ruim twee dagen vol. Toen werd besloten alvast 26 man in veiligheid te brengen op een inmiddels toegesnelde Britse torpedobootjager. De Zwarte Zee schoot later ook te hulp.

De andere twintig man bleven nog een halve dag op de Amstelland worstelen tegen het water, tot ze ook besloten in een reddingsboot te stappen. Kapitein Rietbergen, die als laatste zijn schip verliet, stapte bij zware zeegang mis en raakte te water. Redding kwam te laat en hij overleed, als enige slachtoffer van deze ramp.